Michiel - Janne Bruyneel

13-03-2021

Cassandra schrikt op wanneer de bel gaat.

'Shit,' denkt ze, 'wie is dat nu weer?'

Ze neemt haar jachtgeweer en loopt naar de voordeur. Angstig kijkt ze door de deurspion. Het duurt even vooraleer ze beseft wie er aan de andere kant van de deur staat. Haar handen trillen erger dan voordien en met veel moeite opent ze de sloten van haar deur.

'Ben je gek geworden?' Ze trekt Nellie naar binnen en doet snel de deur terug op slot. Cassandra's angst verandert in ergernis nu ze goed en wel beseft wie er voor haar neus staat.

'Hoe heb je me gevonden?' snauwt ze.

Nellie kijkt naar de grond. 'Ik had je manager gebeld. Ze zei dat je een huis aan de zee had gekocht en waarschijnlijk daar zou zijn.'

'Hoezo heb je mijn manager kunnen bellen?'

'Wel, ik had een tijd geleden haar nummer gevraagd omda-'

'Hoe kan je haar bellen als de telefoons niet meer werken?'

'Ah, op die manier, ik heb haar een jaar geleden al gebeld toen ze het wel nog deden.'

Cassandra kijkt Nellie verontwaardigd aan. Ze kon het niet geloven. Al een jaar wist Nellie waar ze was. Een jaar! En uitgerekend nu komt ze haar opzoeken.

Cassandra keert haar rug naar Nellie en wandelt door de smalle gang richting de woonkamer. Daar draait ze zich om en ziet ze dat Nellie aan de voordeur is blijven staan.

'Ga je daar wortel schieten?' vraagt Cassandra.

Nellie wandelt wat onzeker naar de woonkamer.

'Ik was niet zeker of ik nu welkom was of niet,' zegt ze.

Cassandra had het liefst gezegd dat ze het moest aftrappen, maar dit zijn gekke tijden en ze is benieuwd naar wat Nellie te zeggen heeft.

Daar staan ze dan in de woonkamer en na een lange stilte beseft Cassandra dat Nellie niet het voortouw zal nemen om een conversatie te beginnen.

'Wel, ik had eigenlijk niet verwacht dat ik mijn laatste uren met iemand zou doorbrengen, laat staan met jou,' zegt Cassandra. 'Ik heb nog een fles wijn staan die ik heb gespaard, wil je ook een glas? Het is rode.'

Zonder op een antwoord te wachten laat Cassandra Nellie achter in de woonkamer en begeeft ze zich naar haar slaapkamer. Daar gaat ze op haar bed zitten met haar ogen dicht. Ze heeft echt geen idee hoe ze op de situatie moet reageren en heeft even de tijd nodig om na te denken. Na een tijdje besluit ze dat ze drama liever wil vermijden en dat ze zich volwassen zal gedragen. Het is de moeite niet meer om alles van vroeger op te rakelen. Cassandra haalt van onder haar bed een fles rode wijn. Aandachtig bekijkt ze het etiket op de fles. De laatste wijn die ik ooit zal drinken, denkt ze. Ze zucht bij die gedachte, staat recht, en wandelt terug naar de woonkamer waar haar zus op haar zit te wachten.

'Gevonden!' roept Cassandra wanneer ze de woonkamer binnenkomt. Ze ziet dat Nellie in de zetel is gaan zitten. Het is een vreemd zicht, alsof ze er niet thuishoort.

Cassandra haalt een kurkentrekker en twee glazen uit de keuken en begeeft zich snel naar de zetel om alles veilig op de salontafel te zetten. Ze opent de fles en giet de twee glazen vol.

'Dus,' begint Cassandra, 'zullen we wat babbelen? Ik begin wel. Hoe gaat het?'

Nellie is wat verbaasd. Ze had verwacht dat haar zus het zou hebben over de olifant in de kamer.

'Ik mag niet klagen, gezien de omstandigheden. Ik werkte als psychologe in het ziekenhuis, maar dat is gestopt toen de ziekenhuizen sloten. Dus nu zit ik gewoon thuis en dat is wat vervelend.'

Cassandra knikt naar Nellies trouwring.

'Hoe is het met Pieter?'

'Goed, goed.'

Nellie schuifelt wat ongemakkelijk in de zetel en probeert van onderwerp te veranderen. 'Jij doet het ook goed heb ik gezien. Of eerder gehoord. Je laatste nummer stond hoog in de hitlijsten, althans voordat de radio's niet meer werkten.'

'Ja blijkbaar,' antwoordt Cassandra. Die hitlijsten zijn nu echt het laatste waar ze aan wil denken. Alhoewel ze drama wil vermijden kan ze er toch niet aan doen dat ze meer en meer geërgerd wordt door de absurditeit van de wrevelige conversatie. Ze hoopt dat haar zus ook inziet hoe belachelijk dit onderonsje is.

Nellie voelt Cassandra's doordringende blik en kijkt om zich heen.

'Je woont hier leuk.'

'Wat kom je hier eigenlijk doen, Nellie?' vraagt Cassandra. Ze kan de irritatie in haar stem niet verbergen.

Nellie zucht. Ze wist dat die vraag er vroeg of laat zat aan te komen.

'Ik weet dat je me liever niet zou zien, maar ik kon niet verdragen dat het zo zou eindigen tussen ons. Ik wilde het op z'n minst proberen goed te maken en eventueel tijd inhalen-'

'Tijd inhalen?' Cassandra kijkt haar zus verontwaardigd aan. 'Drie jaar inhalen in' -ze kijkt op haar horloge en lacht spottend- ' twee uur? Daar is het nu wel wat te laat voor vind je niet?'

'Ik wilde alleen maar-'

Cassandra wordt woedend. De jarenlange opgekropte emoties barsten los.

'Jij altijd met je ik, ik, ik. Ik heb ook gevoelens hé! Heb je daar ooit al eens aan gedacht?'

Buiten klinkt gejoel. Cassandra rolt met haar ogen. 'Ook dat nog.'

Ze pakt opnieuw haar jachtgeweer en loopt de kamer uit. Even later klinken er geweerschoten. Kort daarop komt ze terug binnen en ziet ze Nellie naar een ingekaderde foto aan de muur kijken.

'Herinner jij je dit nog?' vraagt ze ietwat ongemakkelijk. Op de foto staan twee spelende kinderen voor een kerstboom.

Cassandra kijkt nostalgisch naar de foto en glimlacht.

'Ja, ik was zes of zeven en jij moet vier geweest zijn. Toen hebben we allebei dezelfde pop gekregen omdat we altijd wilden hebben wat de ander had.' Cassandra werpt Nellie een veelbetekenende blik toe.

'Het spijt me Cassandra, ik had niet naar hier moeten komen.' Nellie maakt aanstalten om naar buiten te gaan, maar Cassandra houdt haar tegen.

'Je denkt toch niet dat ik je nu naar buiten ga laten met al die chaos? Ik weet dat er veel onopgeloste problemen zijn tussen ons, maar wat er toen gebeurd is, zand erover. Ik wil geen oude koeien uit de gracht halen.'

Nellie kijkt haar zus aan met tranen in de ogen.

'Nee Cassandra, het spijt me echt oké? Van dit...' ze wijst tussen hen in. 'Van alles! Je hebt gelijk, ik heb helemaal geen rekening gehouden met je gevoelens. Ik had hem niet mogen afpakken van je.'

'Nee, dat mag je niet zeggen.'

'Jawel, want dan zouden wij nooit-'

'Nellie, het is echt oké hoor. Ik wil er echt niet over praten. Trouwens jij en Pieter zijn veel beter samen, hij en ik hadden enkel ruzie. Wat nu het belangrijkste is, is dat jullie gelukkig zijn.'

Er valt een stilte. Nellie kijkt haar zus verdrietig aan.

'Pieter... Hij... Is dood. Hij stierf in een auto-ongeluk. Samen met ons zoontje. Voor een hele lange tijd wist ik niet of ik dit allemaal moest zeggen omdat ik je niet wilde kwetsen. Maar hoe langer ik niets zei, hoe moeilijker het was om terug contact op te nemen.'

Cassandra's ogen worden groot. 'Jullie hadden een kind samen?'

Nellie knikt. De woorden vinden hun weg niet meer naar haar lippen. Ze wil het zo graag verder uitleggen, maar hoe? De pijn en het verdriet die Nellie toen voelde, komen allemaal terug naar boven en ze barst in tranen uit.

Cassandra kan het niet vatten. Het liefst had ze haar zus in haar armen genomen en haar getroost, maar ze is zelf radeloos van verdriet.

'Ik heb even lucht nodig,' zegt ze en ze loopt via de achterdeur haar tuin in.

Buiten waait het echter zo hard dat Cassandra zich moet vasthouden aan een boom. Even was ze het onheil vergeten dat op hen afkomt, maar wanneer ze opkijkt naar boven wordt ze niet enkel overspoeld door angst, maar ook door heimwee en spijt. Heimwee naar hoe het vroeger was en spijt dat ze die jaren zonder haar zus heeft doorgebracht. Hoe kan het dat ze zo ver uit elkaar gegroeid zijn door zoiets banaal? Cassandra beseft dat ze er nu meer dan ooit moet zijn voor haar zus en keert, de hevige wind trotserend, terug naar binnen.

Wanneer ze binnenkomt ziet ze Nellie in de zetel haar tranen drogen. Cassandra gaat naast haar zitten en geeft haar een knuffel.

'Ik had het eerder moeten zeggen, maar ik wist niet hoe,' zegt Nellie.

'Ik ben blij dat je het me verteld hebt. Nu kan ik er voor je zijn.' Cassandra geeft haar het glas rode wijn dat ze eerder had ingeschonken en heft het glas.

'Op zij die we straks terug zullen zien.'

Ze klinken de glazen en nemen een slokje.

'Hoelang hebben we nog?' vraagt Nellie. Cassandra kijkt op haar horloge.

'Anderhalf uur.'

Ze blijven in stilte naast elkaar zitten.

'Ik vraag me eigenlijk al heel lang af,' begint Nellie, 'waar je de inspiratie vandaan hebt gehaald voor je nieuwste nummer Black Hole.'

Ze schieten in de lach. Opnieuw een stilte.

'Hoe heette je zoontje?'